
Den Haag en slavernij
Bij het Nederlandse slavernijverleden denk je misschien niet als eerst aan Den Haag. Toch speelde deze stad hierin een belangrijke rol. Vanuit Den Haag werden de koloniën bestuurd en de stad speelde een centrale rol in de totstandkoming, handhaving én afschaffing van slavernij.
Ministerie van Koloniën, Den Haag, Wikimedia
Kolonialisme en slavernij
Kolonialisme is het systeem waarbij Europese landen op zoek naar handel, grondstoffen en land steeds meer gebieden onrechtmatig bezetten. Vanaf de 17e eeuw is Nederland één van deze kolonisatoren. Nederlandse schepen varen uit op zoek naar winst. Met veel geweld breiden de Nederlanders hun macht en gebieden steeds verder uit. Gepaard met dit kolonialisme gaat de handel in mensen.
Het VOC-octrooi, 20 maart 1602, collectie Nationaal Archief
Aziatische slavenhandel
In 1602 wordt de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht in Den Haag. De VOC handelt in Azië in goederen, maar ook in mensen. In het ‘octrooigebied’ van de VOC zijn tussen de 650.000 en 1 miljoen mensen verhandeld. In het huidige Indonesië en ook in andere koloniën, zoals de Kaapkolonie in het huidige Zuid-Afrika en Sri Lanka, zet de compagnie slavernij in. De tot slaaf gemaakten worden tewerkgesteld op plantages, bij de bouw van forten, in mijnen en in het huishouden.
Tot slaaf gemaakten aan boord van een schip, Wikimedia
Trans-Atlantische slavenhandel
De trans-Atlantische slavenhandel komt voor Nederland op gang na de oprichting van de West-Indische Compagnie in 1621. Goederen worden voor de westkust van Afrika geruild voor tot slaaf gemaakte mensen. Onder zeer slechte omstandigheden vervoeren schepen deze mensen naar slavenmarkten in de Amerika’s. Hier vandaan worden zij op plantages gedwongen tot heel zwaar werk. Tussen de 15e en 19e eeuw worden ruim 12 miljoen tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika vervoerd. Nederlands aandeel hierin is groot: ongeveer 600.000 mensen worden door Nederland verkocht via de trans-Atlantische slavenhandel.
Koloniale producten in Den Haag
Producten als suiker, koffie, tabak en katoen worden verbouwd op de plantages en verkocht in Europa. Voor veel geld, want daar is het allemaal om te doen. Ook in Den Haag kunnen de inwoners op steeds meer plekken terecht voor koffie, thee, tabak, suiker of cacao. Het worden goederen die niet meer weg te denken zijn uit de Nederlandse maatschappij.
Diverse koloniale producten van Haagse bedrijven, collectie Haags Historisch Museum
Rijk door slavernij
In heel Nederland wordt er door de bestuurlijke en economische elite veel geld verdiend met koloniale zaken en slavernij. Ook veel prominente Hagenaars hebben dan een groot deel van hun fortuin te danken aan de opbrengsten van plantages en aandelen in koloniale bedrijven. Dure stadspaleizen aan onder andere het Lange Voorhout worden bekostigd met de opbrengsten van slavernij.
Lange Voorhout, Gebroeders van Lier, 1836, collectie Haags Historisch Museum
Kaart van plantage Tout Lui Faut in Suriname, Jan Freuytenier, 1734, Nationaal Archief
Tout Lui Faut
Bijvoorbeeld door investeringen en eigenaarschap in de Surinaamse plantage Tout Lui Faut. Deze plantage wordt rond 1700 opgericht door de Fransman Desloges, maar komt later in Nederlandse handen. Het wordt lange tijd door administrateurs beheerd op een harde en meedogenloze manier. In de 18e eeuw werken er maar liefst 236 tot slaaf gemaakten op deze plantage. De opbrengsten komen bij de Nederlandse investeerders en eigenaars terecht. Onder hen zijn verschillende prominente Haagse families.
Guillaume Groen van Prinsteren, Nicolaas Johannes Wilhelmus de Roode, 1852-1874, Collectie Rijksmuseum Amsterdam
Verzet en bezwaren
Verzet tegen slavernij is er altijd geweest, maar onder de Haagse elite zijn er maar weinig die bezwaar maken. Het verdienen van geld is belangrijker dan morele bezwaren. Onder internationale, vooral Britse druk verbiedt koning Willem I in 1814 de slavenhandel. Slavernij bestaat dan nog wel, maar ook daar komt steeds meer kritiek op. In de jaren 1840 en 1850 wordt eindeloos vergaderd over de afschaffing. Guillaume Groen van Prinsterer is een van de weinige Haagse politici die zich expliciet uitspreekt tegen slavernij.
Bron Wikimedia
Afschaffing slavernij
Na lange tijd wordt eindelijk de slavernij afgeschaft. In Nederlands-Indië in 1860 en in Suriname en de Caribische landen van het Koninkrijk op 1 juli 1863. Als het dan eindelijk zo ver is, ontvangen de voormalige slavenhouders in Suriname 300 gulden per vrijgelatene als compensatie, op de Antillen 200 gulden. De ‘vrijgemaakten’ ontvangen niets. Sterker: in Suriname moeten zij nog tien jaar op de plantages werken. Op de Caribische eilanden moeten de vrijgemaakten vaak een of enkele dagen per week voor hun voormalige eigenaar blijven werken en de opbrengsten afstaan.
Ongelijke kansen
De afschaffing van de slavernij betekent echter niet dat het ongelijkwaardige systeem ook ophoudt te bestaan. Machtsverhoudingen op basis van etniciteit en koloniale verhoudingen blijven in stand en werken ook vandaag de dag nog door in kansenongelijkheid en racisme. Het Den Haag van nu is gevormd door dit koloniale- en slavernijverleden. Wie zoekt naar de sporen komt uit bij architectuur, taal, eten, muziek en de inwoners van Den Haag. Ruim 100.000 Haagse inwoners hebben wortels in de voormalige koloniën.
Herdenken in Den Haag
In 2023 vindt het herdenkingsjaar slavernijverleden plaats en biedt burgemeester Jan van Zanen namens de Gemeente Den Haag zijn excuses aan. Om de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij te herdenken wordt er op dit moment gewerkt aan een herdenkingsmonument. Het monument zal geplaatst worden op het Lange Voorhout, een historisch symbolische plek.
Meer weten:
- Esther Captain, Gert Oostindie en Valika Smeulders, Het koloniale en slavernijverleden van Hofstad Den Haag (Amsterdam, 2022).
- Haags Historisch Museum, Koloniaal Den Haag, een onvoltooid verleden (Den Haag 2023). Bekijk deze publicatie hier.
- Of boek een stadswandeling Den Haag & Slavernij.
Schetsontwerp monument Trans-Atlantische Slavernij in Den Haag, Behlebezwe Siwani, 2024, Gemeente Den Haag